Dé Journalistieke
Studievereniging
van Zwolle!

Nieuws van Waltertje

COLUMN: De laatste generaties die zonder mobiele telefoon zijn opgegroeid

COLUMN: De laatste generaties die zonder mobiele telefoon zijn opgegroeid

Door: Floor Deen

Ik loop een apotheek in Zwolle binnen. Ik trek een nummertje en ga zitten op een van de bankjes. Al snel merk ik dat ik me verveel tijdens het wachten. Het kost me moeite om niet voortdurend mijn telefoon erbij te pakken. Dat stomme ding. Terwijl ik worstel met mijn eigen telefoonverslaving, waar ik me gelukkig nog redelijk bewust van ben, lijken drie oude vrouwen om mij heen er een stuk rustiger bij te zitten. De vrouw rechts van mij pakt ‘De Assendorper’ erbij en leest vredig terwijl ze wacht tot haar nummertje wordt omgeroepen. De andere vrouwen links van mij kijken gewoon een beetje om zich heen en wachten ook geduldig.

Ik zou willen dat ik ging zitten in de wachtkamer en meteen om me heen zocht naar een krant of iets anders om te lezen. Maar dat is niet mijn realiteit. Mijn telefoon is altijd dichterbij en is een grotere verleiding voor mij als amusement. Nogmaals, dat stomme ding. Zelfs als ik de krant erbij zou pakken, zou ik elke paar seconden weer automatisch op mijn telefoon kijken. Alleen als ik mijn telefoon helemaal niet mee zou hebben en thuis zou laten, denk ik dat ik die krant zou kunnen lezen zonder afgeleid te raken.

Toen ik keek naar de vrouw die ‘De Assendorper’ aan het lezen was, besefte ik iets. Over een tijdje zijn er geen generaties meer die zonder mobiele telefoon zijn opgegroeid. Mijn ouders, beiden rond de vijftig jaar, behoren tot de laatste generatie die tijdens hun jeugd geen mobiele telefoon had. Bejaarde mensen die in de wachtkamer van de apotheek een krant lezen in plaats van op hun mobiele telefoon kijken, is nu nog de realiteit. Deze realiteit zal echter snel verdwijnen. Zodra mijn ouders bejaard zijn, zullen ze waarschijnlijk al meer op hun telefoon zitten dan de bejaarden van nu. Ze hebben een veel langere periode kunnen leren hoe deze apparaten werken en zijn er inmiddels ook al min of meer verslaafd aan geraakt. Na onze ouders zal onze generatie, Gen-Z, bejaard zijn. Wij zijn niks anders gewend dan op onze telefoon zitten. Wij zullen als bejaarden dan waarschijnlijk ook vooral bezig zijn met onze telefoon als we ergens moeten wachten.

Ik vind dit een angstaanjagende ontwikkeling. Op het moment dat Gen-Z bejaard is, zal er niemand meer zijn die kan zeggen: “Vroeger was alles beter, toen groeiden we nog niet op met een mobiele telefoon.” Niemand die ons meer kan herinneren aan het feit dat het zoveel fijner en beter is om af en toe die telefoon even weg te leggen. Niemand die het even kan relativeren.

Ik hoop dat er tegen de tijd dat ik bejaard ben, weer een andere ontwikkeling heeft plaatsgevonden. Een ontwikkeling waarin iedereen massaal tegen het gebruik van de mobiele telefoon is en merkt hoe slecht het voor de mens is. Ik hoop dat ik tegen die tijd in de wachtkamer van de apotheek zal zitten met een krant of een boek, of dat ik gewoon simpelweg voor me uit zit te staren. 

Goes Global: Indy in Cluj-Napoca

Goes Global: Indy in Cluj-Napoca

Door: Indy Roozendal

Het was maandagavond en de eerste dag van de BiP (blended intensive program) in Cluj-Napoca, Roemenië, was ten einde gekomen. Ik zat op mijn bed, dat aan het uiteinde vaststond aan dat van mijn kamergenoot, en vroeg mij af wat ik hier nou precies deed. Zondag, het einde van deze werkweek, leek toen nog zo ver weg en ergens voelde ik een beetje heimwee. Als je mij toen had verteld dat ik vrijdagavond afscheid zou nemen van mijn nieuwe vrienden uit Polen met tranen in mijn ogen, had ik je vierkant uitgelachen. Want hoe had er zoveel kunnen veranderen in de dagen die volgden?

Ik was in Cluj-Napoca om samen met journalistiekstudenten uit heel Europa te werken aan verschillende portretten. Ieder groepje bestond uit vijf personen en had een eigen lokale artiest toegewezen gekregen. De opdracht deed mij ontzettend denken aan het eerste jaar van de opleiding journalistiek, waar we toen voor het project ‘gemeente’ allemaal een eigen persoon moesten interviewen en daar een profiel van moesten maken. Het enige verschil was nu dat je dit met zijn vijven deed over één persoon, in plaats van dat je het toen zelf mocht doen. 

In theorie had dat makkelijker moeten zijn, maar in de praktijk kon het nog wat frustraties opleveren. Wij mochten een operazangeres interviewen die uit Oekraïne was gevlucht. Heel interessant, alleen kon ze geen Engels spreken. Gelukkig hadden wij iemand in ons groepje die ook uit Oekraïne kwam, en uiteindelijk hebben wij een ontzettend mooi verhaal neergezet. Niet geheel zonder slag of stoot, maar wel door middel van een fijne samenwerking. Dit was natuurlijk niet het enige wat we die vijf dagen dat de BiP duurde hebben gedaan, maar het was wel de rode draad die alle dagen verbond.

Zo hebben we ook een excursie gedaan naar een soort kunstboerderij, hebben we verschillende cursussen gehad en zijn we naar de tv- en radiostudio van Cluj-Napoca gegaan. We hebben de generale repetitie van het Zwanenmeer gezien en ons kapot gelachen om de mensen uit Litouwen die hun volkslied gingen zingen tijdens de culturele avond. Dit zijn allemaal dingen die we hebben mogen doen onder naam van de cursus, maar de dingen die daarbuiten gebeurden hebben de toon gezet voor Cluj-Napoca. Van uitgaan naar veel te dure plekken tot Bolt-taxi’s huren die je een berg oprijden om vervolgens te horen dat de locals daar niet komen, omdat er beren en geesten zijn. Roddelsessies met Amelka op mijn bed waar alle frustraties naar buiten kwamen, tot ochtendwandelingen naar school met Zuzia, waar we genoten van de zon die op ons gezicht viel en het idee dat we misschien die middag wel zouden sporten. Spontaan een berg beklimmen met Joost en Willem, of lachen tot midden in de nacht met Lotte. Hoe kon het ook anders met de achterstand die onze kamer had vergeleken met die van de rest?

Drankjes doen met de internationale journalistiekstudenten uit Mechelen, die ik allemaal stuk voor stuk geweldig vond, en verbaasd staan om de Litouwers die een brandblusser leeg hadden gespoten in de gang van het hotel.

Ik zou zo nog vierhonderd woorden kunnen schrijven over Cluj-Napoca en de herinneringen die er in die acht dagen zijn gemaakt, maar er is eigenlijk maar één ding dat belangrijk is voor jullie. Wanneer je zo’n mogelijkheid krijgt, grijp die dan met beide handen aan. Twijfel niet. Schrijf die motivatie, sta open voor nieuwe ervaringen en laat je charmeren door het idee van goedkoop bier. Ik heb de BiP afgerond met een 9, maar dat is toch wel het minst bijzondere aan die week daar in Roemenië. 

COLUMN: Een struggle in de social media jungle

COLUMN: Een struggle in de social media jungle

Door: Mart Beuker

Het verhaal begint op donderdag 29 februari. Voor het eerst in zo’n tien jaar sta ik oog in oog met een machine waar ik op de basisschool een spreekbeurt over heb gehouden: een Pistenbully. Het is een machine met rupsbanden, aan de voorkant een grote sneeuwschuiver en aan de achterkant messen om de piste glad te strijken. Mijn zusje, met wie ik op wintersport ben, stelt voor: ‘Ik maak een foto van je!’ Mijn eerste gedachte na de foto is: moet dit nu op mijn Instagram?

Facebook, Twitter (nu X), Instagram, TikTok, en zo kan je nog wel even doorgaan. Social media maken ook bij mij deel uit van mijn dagelijkse routine. Ik zie mezelf als een ‘lurker’. Ik kijk, like en deel, maar zelf posten? Nee, niet echt. De enige plek waar ik post is Instagram, maar tussen mijn laatste twee posts zat bijna een jaar, daarvoor twee jaar.

Soms kijk ik naar andere mensen die ontzettend veel posten en vraag ik me af waarom ze dat doen. Is het iets leuks? Doen ze het voor anderen? Neem X als voorbeeld. Mensen reageren en geven hun mening, delen gedachten of schrijven dingen voor de grap. Heb ik een mening? Jawel. Maar waarom zou ik die zo publiekelijk verkondigen? Als journalist is dat nog een extra vraag, maar bewaar die maar voor Reflectieve Professional. Daarnaast, wat boeit mijn mening nu? Wie gaat het zien? Ik post het, mensen zien het, en dan krijg je discussies, verschillende meningen, en word je vast een keer uitgescholden. Zonde van de tijd eigenlijk. Of discussies moeten je hobby zijn.

“Opinions are like assholes, everybody’s got one and everyone thinks everyone else’s stinks.”

― Simone Elkeles, How to Ruin a Summer Vacation

Het delen van foto’s op Instagram is wel iets persoonlijks. Je geeft een stukje van jezelf weg. Doe je dat voor anderen? Flex je even die impulsieve skivakantie die je hebt geboekt? Of zie je het als je eigen archief? Ik zou het wel willen zien als mijn eigen archief, maar dat heb ik ook in mijn galerij. Instagram is sociaal; je deelt het met de wereld. Of in mijn geval met de mensen die mij volgen, want mijn account staat op privé. Dan is de volgende vraag: zitten mijn ‘volgers’ wel te wachten op mijn posts of stories? Theoretisch zou je, als dit niet het geval is, die persoon ook niet moeten volgen. Dus never mind. Maar post ik dan voor de mensen die mij volgen of doe ik het voor mezelf?

Als we het dan hebben over voor wie, hebben we het ook nog over wat. Ik maak geen selfies en sta meestal achter de camera. Dus zoveel heb ik niet te posten. Of ik ga niet genoeg op vakantie, want daar maak je vaak wel mooie foto’s waar je op staat. Is dat dan het probleem? De vraag die vervolgens in mijn achterhoofd brandt, is: “Doe ik te weinig leuke dingen, waardoor ik te weinig leuke foto’s heb voor op mijn Instagram?” Niet voor niets lees je overal dat Instagram een rooskleurig beeld geeft; je post alleen leuke dingen.

Wat, waarom en voor wie. Drie W’s en dan heb ik er nog één: wanneer? Ik had de eer om mee te gaan op verschillende intro’s van Waltertje (zijn het dan vier W’s?). Daar worden leuke foto’s genomen van leuke dingen. Wanneer ze online komen, wordt Insta volgegooid met leuke introfoto’s. Na een week had ik nog niets geplaatst en dacht ik: moet het nu nog wel? Kom wel lekker achter de meute aan zo. Of wacht ik, maanden later, tot een donderdag en maak ik het een ‘Throwback Thursday’? Conclusie: ik post wel niets, het is nu toch al veel te lang geleden.

Dan is er nog het professionele aspect. Ik was op een alumni netwerkavond en daar was een workshop over personal branding. Lang verhaal kort: als journalist kan het nuttig zijn om te werken aan je eigen identiteit op social media. Het opent deuren en op die manier onderscheid je jezelf van je collega’s. Conclusie: post veel en wees actief! Juist, dan word je een soort journalist-influencer.

Veel keuzes, laten we teruggaan naar de pistes in Oostenrijk en de foto met de Pistenbully. Ik ben blij met de herinnering en de foto. Maar ik vond die niet leuk genoeg vergeleken met de foto’s die ik uiteindelijk wel op Instagram heb gezet. Misschien komt ‘ie ooit nog, misschien niet. Ik ben er nog niet over uit. De twijfel blijft. Ga ik actief dingen posten? Of blijft het bij kijken naar memes? Ik denk dat ik ga voor de memes.

De Introductiedagen 2024

Dag(en)

:

Uur(s)

:

Minute(s)

:

Second(s)

Dag(en)

:

Uur(s)

:

Minute(s)

:

Second(s)

Al 40 jaar is Waltertje de trotse organisator van de intro voor de opleiding journalistiek in Zwolle. Tijdens deze dagen leer je niet alleen de studentenstad, maar vooral ook je studiegenoten beter kennen. Wat we precies gaan doen, blijft één van de best bewaarde geheimen van onze vereniging. Dit wil je NIET missen!

 

 

Partners van Waltertje