Door: Diego Kemps
Hij loopt al ruim achttien jaar rond op Windesheim en kan zich dus bijna tot het meubilair van het X-gebouw rekenen. Niet opletten zit er tijdens zijn colleges niet in, want hij pikt je er zo uit. Toch gaat er meer schuil achter deze Docent Politiek en Sociologie dan je zou denken. Hoog tijd om deze goedlachse sportfanaat eens wat beter te leren kennen in de allereerste Docent van de Maand!
Bob, je bent de eerste die zich de Docent van de Maand mag noemen! Hoe voelt dat?
Dat voelt wel bijzonder. Op deze manier kunnen studenten mij iets beter leren kennen en daar ben ik natuurlijk altijd voor in.
Hoe is je contact met studenten? Alleen formeel of af en toe ook wat geinen?
In de eerste plaats is de overdracht van kennis en inzicht natuurlijk belangrijk, maar daarnaast vind ik het belangrijk dat je ook wel wat kan geinen. Er zijn natuurlijk restricties en ik heb soms wel het gevoel dat ik die restricties een beetje tart in het plagen van studenten, dus ik let altijd wel goed op dat studenten het zelf ook nog leuk vinden. Ik vind het vooral belangrijk dat studenten een veilige sociale omgeving hebben op school. Er moet een informele sfeer zijn: studenten moeten het idee hebben dat ze veilig kunnen studeren en dat docenten openstaan voor alle vragen waar studenten mee zitten. Niet alleen school gerelateerd, maar ook privé.
Hoe was jouw studententijd?
Ik denk wel anders dan die van jullie. Ik heb eerst in Utrecht Geschiedenis gestudeerd, daar toen twee Lerarenopleidingen achteraan gedaan en later nog Politicologie in Nijmegen in gestudeerd.
Ik woonde in het begin in Nieuwegein. Dat was achteraf niet zo’n goede keuze, want ik was best wel geïsoleerd van de studentengemeenschap. Ik ben toen karate gaan doen in Utrecht en kwam terecht bij een studentenkaratevereniging. Daarmee gingen we dan af en toe op kamp en uiteten. Dat heeft wel invulling gegeven aan mijn studententijd.
“De huidige generatie studenten heeft steeds meer last van stress en burn-outklachten en dat vind ik wel een zorgelijke ontwikkeling.”
Geen typische student met veel zuipen, feesten en vrouwen?
Haha nee, als je het zo beschrijft niet echt. Ik heb negen jaar gestudeerd en ik heb weleens een vriendinnetje gehad natuurlijk, maar ik ben niet echt van het uitgaan en veel drinken. Ik vind mooie betekenisvolle gesprekken hebben veel leuker en daar was ik dan ook meer mee bezig. Verder was ik heel gemotiveerd voor mijn studie, dus daar ging ook veel tijd in zitten. Ik ben trouwens nog steeds vrienden met een jongen die ik heb leren kennen tijdens mijn studie Politicologie in Nijmegen. Hij is nu docent Verpleegkunde hier op Windesheim.
Wel denk ik dat er bij ons meer rust was. De huidige generatie studenten krijgen een lening en het dramatische is dat die lening behoorlijk op kan lopen. Zij gaan de arbeidsmarkt op en hebben al schulden. Daardoor heeft de huidige generatie studenten steeds meer last van stress en burn-outklachten en dat vind ik wel een zorgelijke ontwikkeling.
Had je toen al voor ogen dat je docent Politiek en Sociologie wilde worden?
Ik wilde wel iets doen in het onderwijs. Ik heb het eerst geprobeerd in het voortgezet onderwijs. Dat was geen succes: het gedrag van leerlingen is daar soms toch nog wel wat extreem. Toen ben ik gaan werken bij een huis-aan-huisblad als eindredacteur en zo ben ik bij Windesheim gekomen.
“Ik denk dat je een goede docent bent als je er niet alleen voor je vak staat, maar ook probeert een relatie te leggen met je publiek.”
En achttien jaar later ben je nog steeds docent op Windesheim. Wat vind je het leukst aan je vak?
Als ik naar de dynamiek van mijn colleges kijk, dan is het altijd wel leuk en plezierig. Veel mensen stellen vragen en is er af en toe ook ruimte voor een geintje. Wat ik belangrijk vind is dat de band tussen docent en student hecht is. Ik denk dat je een goede docent bent als je er niet alleen voor je vak staat, maar ook probeert een relatie te leggen met je publiek. Dat er ook tijd is om met een student over iets anders dan de stof te praten, maar ook gewoon over de mens. Wat beweegt jou in je leven? Op het moment dat je een student leert kennen krijg je een beetje een beeld van welk type mens hier studeert. Als je daar een beeld van hebt dan komt dat het onderwijs ten goede.
Maar het is ook niet allemaal leuk, toch?
Er zijn natuurlijk weleens conflicten met studenten of collega’s, dat zijn de minder leuke dingen. Waar ik me daarnaast aan stoor is de enorme bureaucratie. Soms heb ik het idee dat het hoge management in een eigen cocon leeft zonder erbij stil te staan of het beleid gericht is op het verbeteren van onderwijs.
Wat mij een beetje een doorn in het oog is, is dat er wel geld is voor een nieuwe huisstijl, terwijl ik denk dat docenten en studenten hier helemaal niet op zitten te wachten. Waarom kan dat geld niet gewoon in het onderwijs geïnvesteerd worden? Zodat wij iets meer tijd hebben, een periode een klas minder hebben en meer tijd kunnen besteden aan dingen die er écht toe doen.
Je schrijft regelmatig stukken in kranten. Zo kwam ik een stuk van je tegen in De Volkskrant en op opiniewebsite Joop van BNNVARA. Wat is jouw connectie met journalistiek?
Ik ben dus eindredacteur geweest bij een huis-aan-huisblad. Ontzettend leuk werk, het betaalde alleen wat minder dan wat ik nu krijg aan salaris en de organisatie was slecht. Dat was een van de redenen om te stoppen. Maar zo nu en dan schrijf ik dan weleens een opiniestukje in De Volkskrant, NRC, NRC Next en nog wel een aantal andere media, vooral over politieke en sociale vraagstukken. Ik zou het best leuk vinden om nog wat meer met journalistiek te doen, maar dan wel geschreven. Ik heb niks met audiovisueel, dat is mij te technisch.
‘Sporten is mijn manier om positief in het leven te staan, en daarmee ook een betere docent te zijn.”
We zitten nu in het sportcafé van Windesheim en dat is natuurlijk niet zonder reden. Regelmatig zien we je met je sporttas naar OnCampus lopen.
Ik vind het heerlijk om zo nu en dan even te sporten. Ik probeer het drie keer per week te doen, dat lukt alleen niet altijd. Het helpt me positiever in het leven te staan. Ik heb tijden gehad dat ik nauwelijks sportte en dan merkte ik niet alleen fysiek, maar ook mentaal dat ik er helemaal doorheen ging zitten. Dat je richting een burn-out gaat. Dus het is mijn manier om positief en goed in het leven te staan, en daarmee ook een betere docent te zijn. Het is een soort uitlaatklep.
Ik heb je weleens zien sporten en het is niet niks wat je tilt, ik doe het je niet na.
Nee nouja, ik begin nu ook ouder te worden en ik ben erachter gekomen dat iets te veel gewichten tillen niet goed is voor mijn fysieke gesteldheid. Daar heb ik blessures aan overgehouden, dus ik ben nu wel iets verstandiger aan het worden. Iets minder gewicht en iets meer frequentie.
Bij onze research kwamen we een nogal kritisch artikel van De Gelderlander tegen waarbij je ‘De Uilenman’ wordt genoemd. Kan je daar wat meer over uitleggen?
Het is een hele lange geschiedenis van ruim 15 jaar. Wat wij als groep NimmerdorNee gedaan hebben, is geprobeerd ons te verzetten tegen een bouwproject in de buurt. Het project was te grootschalig en we zagen dat er een steenuil zat op dat stuk grond. We waren oprecht bang dat die steenuil in gevaar zou komen. De gemeente heeft uiteindelijk een klein stukje gereserveerd voor die steenuil en verder toch gebouwd. Maar je ziet dat die steenuil tot op de dag van vandaag gevaar loopt. Er zijn nieuwe eigenaren van dat stuk grond en zij hebben het hele stuk omgeploegd, terwijl dat geschikt zou moeten zijn voor het dier. Dat is nog steeds een gevecht dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Ik heb een melding gedaan bij de provincie of dat gehandhaafd kan worden en je ziet dat de provincie daar heel laks mee omgaat. Dat is wel iets waar ik tegenaan gelopen ben, dat gemeentes en provincies toch wel laks met de natuur omgaan.
“Een deel van de gemeente neemt het ons kwalijk dat de school is weggegaan.”
Je zegt in het artikel dat dorpsgenoten hierdoor niet vriendelijk tegen je zijn.
De mensen in Laag-Soeren (dorp in de Veluwe, red.) wilden dat er gebouwd werd, dat hebben wij toen verhinderd met juridische middelen. Een deel van de Soerens gemeenschap neemt het ons kwalijk dat de school is weggegaan. De reden is dat als er eerder gebouwd had kunnen worden, de school had kunnen blijven. Daarom heb ik een stuk gepubliceerd op Rhedensnieuws.nl en laten zien dat de meeste mensen helemaal niet wilden dat er zoveel gebouwd werd. Dus er was helemaal geen draagvlak voor 122 woningen. Ik zou dus zeggen, kijk wel naar de feiten voor je een oordeel velt.
Naast de politieke zit er ook nog een hele andere kant aan je. Je hebt een fantasyboek geschreven!
Quna ja! Het valt eigenlijk wel mee hoe anders dat is. Als je het leest dan zie je dat het over politiek gaat, alleen in een fantasy-omgeving. Het gaat om een planeet waar harmonie is tussen de ‘aliens’, tot er wat gebeurt en dan zie je dat er allerlei politieke machtsstrijden zich ontwikkelen. Dat gaat eigenlijk heel erg over politiek. Het verhaal is dat in tijden van een politieke crisis, mensen zich heel anders kunnen ontpoppen.
Ben je een echte fantasy-liefhebber?
Meer sciencefiction. Ik heb dat vroeger heel veel gelezen en ik ben ook wel fan van Star Trek en Star Wars.
Is er iets dat je nog graag zou willen doen?
Ik wil nog zeker één boek schrijven. Misschien ooit nog een roman. Ik merk dat ik te weinig rust vind om de inspiratie tot uiting te laten komen. Een boek schrijven vergt veel tijd, moeite en energie en dat heb ik op dit moment gewoon even niet. Dat vind ik soms wel jammer.
Heb je, met al je levenservaring, nog een goed advies voor studenten die dit lezen?
Er worden allerlei dingen van jullie geëist, maar ik zou willen zeggen: blijf jezelf. Probeer als het kan je passie achterna te gaan, erken je tekortkomingen en wees daar niet rouwig om. Iedereen heeft zijn tekortkomingen maar – heel cliché – probeer je talenten zoveel mogelijk te ontplooien.
0 reacties