Student Thijs Hoek had de stage van zijn leven, maar die werd ruw verstoord door corona.
‘Ik denk dat ik maar een Corona bestel’. Mijn collega’s van RTL Duitsland, waarmee RTL Nieuws New York een kantoorruimte deelt, grinniken beleefd om mijn flauwe grap. De vrijdagmiddagborrel is in volle gang na een zoals altijd drukke en hectische week. We zitten na mijn eerste stageweek in een overvol House of Brews, een van de vele restaurants aan New Yorks beroemde Restaurant Row, een straatblok met exclusief restaurants en cafés. De muziek galmt uit de speakers en honderden enthousiaste stemmen doen hun best om zich verstaanbaar te maken. Vandaag de dag kun je er een speld horen vallen.
Vergeef me het dramatische begin, ik loop op de zaken vooruit. Zoals velen van jullie weten, vertrok ik eind februari naar mijn droomstad voor mijn droomstage; die bij het kantoor van Erik Mouthaan, de Noord-Amerika-correspondent van RTL Nieuws. Ik heb sinds ik mij kan herinneren al een grenzeloze fascinatie voor The States. Daar zal ik verder niet te veel op ingaan, omdat ik jullie allemaal ongetwijfeld al een keer heb lastiggevallen met nutteloze informatie over het aantal kiesmannen van Georgia, vervroegde Senaatsverkiezingen in Colorado of de minister van Landbouw tijdens Obama’s eerste termijn.
Maar vanaf nu bleef het niet meer bij feitjes spuien en boeken lezen op mijn kamertje in Hattem. Nu ging het echte werk beginnen: onder de hoede van mijn journalistieke idool het vak leren in de hoofdstad van de wereld. Toen het emotionele afscheid met vrienden en familie op Schiphol, achteraf een tikje te emotioneel voor drie weekjes weg, en de lange vlucht achter de rug waren, kon mijn avontuur beginnen.
Na in het Urdu te zijn uitgescholden door mijn Pakistaanse taxichauffeur, wist ik veel dat tien dollar een lage fooi is, stond ik voor de deur van mijn nieuwe huis in Midtown Manhattan. Mijn huisbaas, een pientere Koreaanse vrouw, was behoorlijk pro-Trump en daar liet ze gelijk al geen gras over groeien. Zo adviseerde ze me om mijn baardje zo snel mogelijk af te scheren (‘you look like the Taliban, my dear’) en wil ze van elke huurder weten wat hun geaardheid is en of ze wel christelijk zijn. Gelukkig kan ik overtuigend liegen.
De volgende dag liep ik het gebouw van CBS News binnen. Direct ontving ik een onderzoekende blik van de doorman. ‘Dice Hook? The New Dutch intern? Okay, I’ll make a guest pass for you, buddy’. Nadat ik mijn eigen pas ontving, een heus RTL-mailadres kreeg en het team ontmoette, voelde alles een tikje minder onwerkelijk. Toch moet ik bekennen dat ik elke seconde in New York als een soort surrealistische droom heb ervaren. Ik, een achttienjarig jochie uit Zwolle, in zo’n wereldstad. Ik heb het geen enkel moment volledig geloofd.
De straten van Manhattan begonnen echter steeds meer te wennen. Ook de stage was geweldig: ik mocht langs bij de afscheidsspeech van presidentskandidaat Michael Bloomberg (waar mijn wekker per ongeluk afging, waarna Bloomberg verschrikt opkeek, oeps), mocht naar de opening van het hoogste uitkijkpunt van New York en ontmoette veel interessante collega’s. En toen kwam de corona uit de mouw…
Terwijl we tijdens de research diep in de dossiers gedoken zaten, klopte een medewerker van CBS aan. Er waren twee medewerkers positief getest in het gebouw en een van hen werkte op de verdieping onder ons. De CBS-medewerker was nog niet uitgesproken, of de keelpijn sloeg al toe. Gek hoe het brein dan werkt. Dit nieuws betekende inpakken en wegwezen. Het gebouw werd ontruimd en voorlopig werkten we thuis.
En toen ging het snel. Heel snel. New York werd in rap tempo een besmettingshaard, Trump verbood alle vluchten van Europa naar de VS en de EU stond op het punt om hetzelfde te doen. Het werd duidelijk hoe serieus de situatie was en RTL en Windesheim waren het snel eens: het was beter als ik terugging en op een later moment mijn stage vervolgde. Dit was overduidelijk de juiste beslissing, maar wat had ik er de pest in. In drie weken was ik verliefd geworden op de stage en de stad, een stad die ik in korte tijd enorm heb zien veranderen.
Toen ik aankwam zaten de restaurants vol en bruisten de straten van leven. Tijdens mijn laatste ommetje door Manhattan zag ik maskers, lege schappen en uitgestorven restaurants aan Restaurant Row. Inmiddels is de stad het epicentrum van de coronacrisis, met elke drie minuten een sterfgeval als gevolg. Maar wat ik tijdens dat laatste ommetje ook merkte: moed. Met 9/11 vers in het geheugen weten New Yorkers hoe het voelt om voor hete vuren te staan.
Dit werd het best geïllustreerd door diezelfde doorman, die mij drie weken terug een bezoekerspas met de naam Dice Hook erop had gegeven. Toen ik op de dag van de evacuatie het gebouw verliet, kruisten onze blikken elkaar. ‘What a day right?’, vroeg ik zichtbaar verbouwereerd. Vervolgens zag ik een blik vol mededogen en een brede glimlach. ‘Welcome to New York City, son’. Ik hoop dat ik die woorden snel weer hoor.
0 reacties