Het dorpje Zeeland

door | 18 jan, 2021 | Waltertje goes Local | 0 Reacties

Ik kom uit Zeeland. Nee, niet Zeeland-Zeeland. Niet de provincie. Mijn Zeeland is een klein dorpje in het oosten van Brabant, precies tussen Eindhoven en Nijmegen in. Eens in de zoveel tijd komt er nog wel eens een verdwaalde toerist langs die vraagt waar het strand is, maar dan zit je hier echt verkeerd.

Ik ken Zeeland op mijn duim. Elk weiland, elk weggetje, alle kronkelende paden en oubollige wijken. En ik ken alle mensen. Of ja, bijna alle mensen. Nu zou je zeggen dat dat heel gezellig is en ik geloof dat dat voor de meeste mensen in mijn dorp ook wel het geval is. Maar niet voor mij.

Toen ik vier was, verhuisde ik met mijn ouders en broers van Uden, het dorp naast ons, naar Zeeland. Mijn ouders komen niet uit Brabant, wat ons vanaf het eerste moment allochtonen maakten in het dorp. (Er zijn ook nog twee echte allochtone families, uit Afghanistan en Iran, die iedereen zonder schaamte Turks noemt.)

Als nieuwkomer in een dorp zoals Zeeland, is het altijd lastig in het begin. Iedereen kent elkaar, iedereen heeft een vriendengroep. De enige manier waarop je daartussen komt is door te trouwen met iemand die al in die groep zit. En als je er dan eenmaal bij hoort, dan doe je ook alles met die groep. Is het zaterdag? Barbecueën met de vriendengroep. Zomervakantie? Naar de camping in Mill met de vriendengroep. Carnaval? Naar de kroeg met de vriendengroep. Het is als een cult, zodra je erbij zit, kom je er niet meer uit.

Mijn ouders, en bij extensie ik, hadden geen vriendengroep. We waren nieuw en eng en duidelijk niet echt welkom. Naarmate we langer in Zeeland woonden, verwaterde dat wel een beetje. Mijn moeder ging bij het bestuur van de volleybalclub, ik maakte vrienden op school en mijn vader… Nou, eigenlijk weet de helft van het dorp niet eens dat ik een vader heb, want hij gaat alleen maar naar buiten om te werken en boodschappen te doen.

Toch heb ik me in Zeeland nooit echt thuis gevoeld. Ik had ten eerste al niks met carnaval, wat praktisch gezien ketterij is in Brabant. Ik moest niets hebben van de meeste kinderen op mijn basisschool, waar iedereen zich zonder moeite aanpaste aan de rest van de massa. Ik wilde niet doen alsof ik voor PSV was, ook al was iedereen dat wel. Ik had geen zin om met carnaval als een malloot door de gymzaal te hossen in een felgekleurde legging. En al helemaal niet op de vreselijke muziek van de Snollebollekes.

Dus toen ik anderhalf jaar geleden verhuisde naar Zwolle, was dat een verademing. Hier kon ik naar de supermarkt, zonder mensen tegen te komen die ik niet mocht. Ik hoefde niet langer een half uur te fietsen naar de McDonalds en niemand keek me aan alsof ik hier niet hoorde.

Daarmee wil ik trouwens niet zeggen dat ik helemaal niks mis aan mijn kleine Brabantse dorp. Zeeland heeft een paar mooie plekjes, als je weet waar je moet zoeken. Naar de zonsondergang kijken over de weilanden, wandelen door de Trentse bossen, en jeu de boulen in de heemtuin zijn dingen die ik in Zwolle best wel mis. Maar over het algemeen voel ik me hier thuis. Meer dan ik me in Zeeland ooit op mijn plek heb gevoeld. Al wil dat natuurlijk niet zeggen dat ik niet uit volle borst meezing op het moment dat Brabant van Guus Meeuwis in het Paard wordt gedraaid.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *