“Trois bières s’il vous plait,” roep ik door een luidruchtige Franse mensenmassa naar de barman. “Iniken?” vraagt hij met z’n Franse accent, doelend op Heineken, het meest geschonken bier in de gemiddelde Parijse kroeg. “Ja laten we nu maar even geen Corona drinken,” grap ik in het Frans terug. Het is vrijdagmiddag en terwijl het Franse avondzonnetje langzaam wegzakt achter de Eiffeltoren, sluit ik met een paar vrienden de schoolweek af in een kroeg niet ver van de Champs-Elysées. Even lijkt het coronavirus niet te bestaan, tot er in volle vaart een politiebusje de straat in komt rijden. De sfeer slaat om; in de ogen van de zojuist nog genietende Parijzenaren zie ik paniek verschijnen. Een alleszeggende angst, waardoor we ons weer realiseren: de ‘gewone wereld’ is verder weg dan ooit.
“Wie gaat er nou ook in het buitenland studeren tijdens een wereldwijde virusuitbraak?” werd me vaak gevraagd. Nadat ik jaren naar een studie in Parijs had uitgekeken, stond het uitbreken van een pandemie niet bepaald op de planning. Toch was de keuze snel gemaakt: met duizenden nieuwe besmettingen per dag is de coronasituatie in Nederland niet bepaald beter. Dus als ik dan toch mag kiezen loop ik liever dagelijks met mijn croissantje langs de Eiffeltoren, dan onder de Zwolse Peperbus. Ik ben een optimist, dus zoals de Fransen zouden zeggen ‘on fait avec’; we moeten het er maar mee doen.
Het échte Franse leven
Ik was nog geen half uur in La Ville des Lumières, of één ding trok vanuit de taxi al mijn aandacht. Het uitzicht op de Eiffeltoren werd zowaar eens niét geblokkeerd door influencers van over de hele wereld en waar je normaal moet lopen over de hoofden, was op de Champs-Elysées nu ineens een speld te horen vallen. Er was geen toerist te bekennen in de Franse hoofdstad. Misschien was een tijd in het buitenland tijdens een virusuitbraak juist het uitgelezen moment om het land écht te leren kennen en me onder te dompelen in het échte Franse leven. Niet als toerist, maar als ‘Fransman’.
Terwijl mijn Uber-chauffeur zich vloekend en toeterend een weg probeert te banen door de Franse straten, verbaas ik me vlak na mijn aankomst vooral over de witte ‘party’-tenten op iedere straathoek. De lange rijen voor de tenten doen vermoeden dat er gratis wijn wordt uitgedeeld. Maar niets is minder waar. Want waren het eerst de vele bakkerijen die beeldbepalend waren in Franse straten; vandaag de dag nemen de coronatesttenten de stad over. Binnen een kwartier weer buiten met hopelijk een negatieve uitslag; het Franse leven staat vandaag de dag in teken van corona.
De samenleving verandert
Eens per twee weken is het vaste prik: de coronapersconferentie. Ik zit met vrienden voor de tv als de Franse Hugo de Jonge op het punt van beginnen staat. Het is doodstil. Niemand durft iets te zeggen, aandachtig luisteren we wat er aangekondigd gaat worden. Wéér een nieuwe ‘lockdown’, blijkt de uitkomst. “We moeten er maar het beste van maken,” besluit een van mijn Franse vrienden, terwijl ‘ie een slok van z’n wijn neemt, en de coronachaos even probeert te vergeten.
Ook de vele agenten in de Franse straten bevestigen ‘een nieuwe wereld’. Mijn Franse vrienden vertellen hoe ze steeds angstiger worden voor de politie. “Een jaar geleden keken we neer op de politie, maar nu de hele samenleving verandert heeft iedereen al weleens met meneer agent te maken gehad en zijn we bang voor hoge boetes.” Want overdag mag je je maximaal tien kilometer van huis bevinden en na 19:00 is het überhaupt verboden om de straat op te gaan.
Legale oplossingen
Toch mag dat de pret niet drukken. Met een beetje creativiteit proberen we nieuwe manieren te vinden om van onze studententijd te genieten. Want zodra op vrijdagmiddag de docent z’n laatste woorden heeft uitgesproken snel ik mijn schoolgebouw aan de Champs-Elysées uit, op zoek naar de dichtstbijzijnde coronatesttent. Vijftien minuten later zit ik met een negatieve testuitslag in de metro naar mijn favoriete kroeg. Die zit weliswaar ‘dicht’, toch hebben kroegeigenaren goede legale oplossingen gevonden zodat men tóch een beetje kan genieten van la vie in coronatijd.
Het samen borrelen zit in de Franse volksaard. Waar ik in Nederland mijn biertje misschien maar even zou hebben laten staan, is dat in Frankrijk ondenkbaar. Zolang je een mondkapje ophebt en niet in elkaars gezicht niest, ‘komt het wel goed’. Met dan ook nog eens een negatieve testuitslag weerhoudt weinig de Fransen ervan om een bezoekje te brengen aan de kroeg.
Met mondkapje op kijk ik toe hoe de halve liters rijkelijk uit de tap vloeien. De kroegen in Parijs zijn namelijk massaal ‘afhaalloketten’ begonnen, dus met drie ‘Iniken’ in m’n handen, loop ik weer naar buiten. Waar een jaar geleden voor de kroeg tientallen tafels en stoelen nog een terras vormden is nu een grote leegte te bekennen. Met maximaal zes personen bij elkaar en een negatieve coronatest op zak, stáán we genietend van ons biertje in de Parijse zon. Ondanks dat we ons aan alle regels houden worden we tóch opgeschrikt door een politiebusje dat ineens door de straat rijdt. De agenten blijken een scooter te achtervolgen en kijken überhaupt niet naar ons om, maar de angst bevestigt: deze periode gaat de geschiedenisboeken in.
0 reacties